'Dyscalculie behandelen
Leerlingen met dyscalculie hebben baat bij gestructureerd onderwijs, waarbij de opgaven stap-voor-stap worden aangeboden. Er is veel extra oefening en herhaling nodig, omdat deze leerlingen moeite hebben met het automatiseren van het rekenen, zoals de tafels van vermenigvuldiging. Naast extra oefening is het ook belangrijk aandacht te besteden aan emotionele ondersteuning. De leerling moet weer vertrouwen krijgen in de eigen capaciteiten.
Hulp kan worden gezocht bij het zorgteam van de school of bij een particulier werkende orthopedagoog of remedial teacher.
Vier fasen
De reken-wiskundige ontwikkeling van leerlingen wordt in vier fasen onderscheiden. Elke fase heeft een eigen kleurcode. In de volgorde van fase groen naar fase rood neemt de zorg en dus ook de specifieke afstemming toe. De leerling kan tijdens een bepaalde periode van zijn reken-wiskundige ontwikkeling tot de ene fase behoren en op een ander moment tot een andere fase.
· FASE GROEN
Een normale rekenwiskundige ontwikkeling. De onderwijsbehoeften zijn niet specifiek.
· FASE GEEL
Er doen zich in de ontwikkeling geringe reken-wiskundeproblemen voor op deelgebieden. Op die deelgebieden ontstaan specifieke onderwijsbehoeften.
· FASE ORANJE
Er doen zich ernstige reken-wiskundeproblemen voor, die in principe door deskundige begeleiding oplosbaar zijn binnen de school. Er is sprake van specifieke onderwijsbehoeften op het gebied van reken-wiskunde.
· FASE ROOD
Er doen zich ernstige en hardnekkige reken-wiskundeproblemen voor, die in principe zijn te begeleiden binnen de school, maar waarbij mogelijk externe ondersteuning gewenst is. De specifieke onderwijsbehoeften op het gebied van reken-wiskunde zijn structureel.
Voorzieningen
Leerlingen met dyscalculie kunnen, op grond van artikel 55 van het Eindexamenbesluit, in aanmerking komen voor dertig minuten extra tijd bij de eindexamens.
Een dyscalculieverklaring, afgegeven door de deskundige die de diagnose heeft gesteld, kan het kind helpen om een aantal extra voorzieningen te krijgen. De school bepaalt zelf welke voorzieningen bij toetsen en schoolexamens zijn toegestaan.
Externe begeleiding
Wanneer het rekenprobleem op school niet voldoende kan worden aangepakt, kan hulp worden gezocht bij een orthopedagoog of remedial teacher. Kinderen met dyscalculie hebben moeite met automatiseren en moeten dus ‘bewust’ leren hoe ze moeten rekenen. Door veel oefenen en door in kleine stapjes aan te leren hoe ze een som moeten aanpakken, kunnen ze voor zichzelf het rekenen wat gemakkelijker maken. Omdat bij kinderen met dyscalculie de basisvaardigheden van het rekenen vaak niet goed zijn ontwikkeld, is het belangrijk dat er tijdens een behandeling ook teruggegaan wordt naar het begin. Hierbij zijn het verbeteren van getalinzicht en het trainen van de automatisering belangrijk. Ook speelt inzicht in het decimale stelsel een rol: wat is het verband tussen eenheden, tientallen, honderdtallen? Wat is de waarde van elk cijfer in een getal? Wanneer deze inzichten ontbreken, dan raakt het kind in de war en gaat rekenen lijken op trucjes met getallen. Het gestructureerd aan de slag gaan met de basis, zorgt ervoor dat de rekenvaardigheden van het kind verbeteren. Van daaruit krijgt het kind meer vertrouwen om zich ook de meer complexe rekentaken eigen te maken. De begeleiding moet maatwerk zijn, gericht op de problemen die het kind ondervindt. Naast praktische oefeningen moet er gekeken worden naar rekenangst en andere emotionele problematiek. Kinderen met dyscalculie hebben niet zo vaak succeservaringen opgedaan. Het bevorderen van het zelfvertrouwen en van de motivatie is zeer belangrijk. Faalervaringen moeten doorbroken worden en door kleine successen te boeken, kan het kind het zelfvertrouwen terugvinden.'
Uit: Balans, perspectief voor ieder kind, klik hier.
Leerlingen met dyscalculie hebben baat bij gestructureerd onderwijs, waarbij de opgaven stap-voor-stap worden aangeboden. Er is veel extra oefening en herhaling nodig, omdat deze leerlingen moeite hebben met het automatiseren van het rekenen, zoals de tafels van vermenigvuldiging. Naast extra oefening is het ook belangrijk aandacht te besteden aan emotionele ondersteuning. De leerling moet weer vertrouwen krijgen in de eigen capaciteiten.
Hulp kan worden gezocht bij het zorgteam van de school of bij een particulier werkende orthopedagoog of remedial teacher.
Vier fasen
De reken-wiskundige ontwikkeling van leerlingen wordt in vier fasen onderscheiden. Elke fase heeft een eigen kleurcode. In de volgorde van fase groen naar fase rood neemt de zorg en dus ook de specifieke afstemming toe. De leerling kan tijdens een bepaalde periode van zijn reken-wiskundige ontwikkeling tot de ene fase behoren en op een ander moment tot een andere fase.
· FASE GROEN
Een normale rekenwiskundige ontwikkeling. De onderwijsbehoeften zijn niet specifiek.
· FASE GEEL
Er doen zich in de ontwikkeling geringe reken-wiskundeproblemen voor op deelgebieden. Op die deelgebieden ontstaan specifieke onderwijsbehoeften.
· FASE ORANJE
Er doen zich ernstige reken-wiskundeproblemen voor, die in principe door deskundige begeleiding oplosbaar zijn binnen de school. Er is sprake van specifieke onderwijsbehoeften op het gebied van reken-wiskunde.
· FASE ROOD
Er doen zich ernstige en hardnekkige reken-wiskundeproblemen voor, die in principe zijn te begeleiden binnen de school, maar waarbij mogelijk externe ondersteuning gewenst is. De specifieke onderwijsbehoeften op het gebied van reken-wiskunde zijn structureel.
Voorzieningen
Leerlingen met dyscalculie kunnen, op grond van artikel 55 van het Eindexamenbesluit, in aanmerking komen voor dertig minuten extra tijd bij de eindexamens.
Een dyscalculieverklaring, afgegeven door de deskundige die de diagnose heeft gesteld, kan het kind helpen om een aantal extra voorzieningen te krijgen. De school bepaalt zelf welke voorzieningen bij toetsen en schoolexamens zijn toegestaan.
Externe begeleiding
Wanneer het rekenprobleem op school niet voldoende kan worden aangepakt, kan hulp worden gezocht bij een orthopedagoog of remedial teacher. Kinderen met dyscalculie hebben moeite met automatiseren en moeten dus ‘bewust’ leren hoe ze moeten rekenen. Door veel oefenen en door in kleine stapjes aan te leren hoe ze een som moeten aanpakken, kunnen ze voor zichzelf het rekenen wat gemakkelijker maken. Omdat bij kinderen met dyscalculie de basisvaardigheden van het rekenen vaak niet goed zijn ontwikkeld, is het belangrijk dat er tijdens een behandeling ook teruggegaan wordt naar het begin. Hierbij zijn het verbeteren van getalinzicht en het trainen van de automatisering belangrijk. Ook speelt inzicht in het decimale stelsel een rol: wat is het verband tussen eenheden, tientallen, honderdtallen? Wat is de waarde van elk cijfer in een getal? Wanneer deze inzichten ontbreken, dan raakt het kind in de war en gaat rekenen lijken op trucjes met getallen. Het gestructureerd aan de slag gaan met de basis, zorgt ervoor dat de rekenvaardigheden van het kind verbeteren. Van daaruit krijgt het kind meer vertrouwen om zich ook de meer complexe rekentaken eigen te maken. De begeleiding moet maatwerk zijn, gericht op de problemen die het kind ondervindt. Naast praktische oefeningen moet er gekeken worden naar rekenangst en andere emotionele problematiek. Kinderen met dyscalculie hebben niet zo vaak succeservaringen opgedaan. Het bevorderen van het zelfvertrouwen en van de motivatie is zeer belangrijk. Faalervaringen moeten doorbroken worden en door kleine successen te boeken, kan het kind het zelfvertrouwen terugvinden.'
Uit: Balans, perspectief voor ieder kind, klik hier.